Schitterend boek

 Neo-victorian

Neo-victoriaanse boeken (nu geschreven, maar spelend in de 19e eeuw), ik vind ze heerlijk om te lezen. En dít boek, van Eleanor Catton, is helemaal geweldig! Niet voor niets heeft ze hiermee de Man Booker Prize (2013) in de wacht gesleept. Deze lijvige roman (meer dan 800 pagina's) speelt in New Zeeland, eind 19e eeuw en start in het goudzoekersdorp Hokitika.
Daar neemt op een dag de Schotse Walter Moody, goudzoeker in spe, een kamer in het hotel en valt in de gelagkamer midden in een geheime vergadering. Twaalf mannen van zeer diverse afkomst bespreken daar de vreemde gebeurtenissen van 14 januari 1886: de geheimzinnige dood van de kluizenaar Crosbie Wells, de verdwijning van avonturier Emery Staines en de (mislukte) zelfmoordpoging van dorsphoer Anna Wetherell. 
Buitenstaander Moody wint al gauw hun vertrouwen; woordvoerder Thomas Balfour vertelt hem het hele verhaal. Maar de oplossingen van deze raadsels kennen ze niet, en evenmin weten ze waar het goud gebleven is, dat Crosbie Wells blijkbaar in zijn hut had verborgen. En hoe kwam hij daaraan? 

Razendknappe opbouw

Het verhaal begint als een gothic verhaal; heeft Moody nu wel of niet aan boord een 'spookverschijning' gezien? Dan ontspint zich een whodunnit : wie heeft Crosbie Wells vermoord? Is hij wel vermoord? Maar de rest van de roman is veel meer dan alleen een spannend verhaal; het zit razendknap in elkaar. Alle personages staan, net als planeten of sterren, in een bepaalde verhouding tot elkaar (astrologie speelt een belangrijke rol in de verhaalopbouw). Elk personage vertelt vervolgens zijn eigen verhaal, maar dan wel vanuit zijn eigen gezichtspunt; bovendien heeft elk personage zijn eigen geheim. En ieder personage weet iets dat de anderen niet weten. Uit hun verhalen en uit de informatie van een alwetende verteller krijg je langzaamaan als lezer een idee van wat er gebeurd zou kúnnen zijn. Maar ja, in hoeverre 'kloppen' die verhalen? En in hoeverre breng je als lezer je eigen vooroordelen en ideeën mee? 

De hoofdstukken worden daarbij steeds korter: het eerste hoofdstuk is het langst, elk hoofdstuk daarna is vervolgens de helft van het aantal bladzijdes van het vorige hoofdstuk. Elk hoofdstuk dus de helft van het vorige, wat bijdraagt aan het idee dat een verhaal oneindig is, nooit af. Wat terugkomt in het laatste hoofdstuk: 

" 'Moeten we elk een ander begin hebben?' 'Elk een ander begin? Ik denk van wel.' 'Komen er nog meer?' 'Nog veel meer.' "

Bont gezelschap

Het mysterie, de geweldige opbouw, de gelaagdheid van het verhaal zijn allemaal al fijne elementen. Daarbij komen ook nog Cattons prachtige '19e eeuwse' (bijna Dickensiaanse) beschrijvingen van de personages, die bovendien samen een heel bont gezelschap vormen: o.a. een Chinese goudsmid, een Maori jadezoeker, een Engelse predikant, een goudveldmagnaat, een apotheker, een hotelier....

Ook heel '19e eeuws' zijn bijvoorbeeld de vele gestolen/ vervalste brieven die een rol spelen, opduikende geheimen uit het verleden, naamsverwisselingen, en de alwetende verteller die af en toe commentaar geeft. 

Ingewikkelde plot

Kortom, Catton heeft het zichzelf als schrijver niet echt makkelijk gemaakt, maar alle details, alle lijntjes kloppen. Als lezer duizelt het je wel eens, word je soms op het verkeerde been gezet, maar het boek is reuze spannend en aan het eind heb je dan toch alle puzzelstukjes bij elkaar. 

Op haar 28e ontving Eleanor Catton in 2013 (als jongste schrijver ooit) de Man Booker Prize voor dit boek. Terecht vind ik, want dit boek was een prachtige leeservaring!!

Lieve groet, 

Madeleine 


Titel : Al wat schittert (orig. : The Luminaries) 

Auteur: Eleanor Catton

Vert. : Gerda Baardman, Jan de Nijs

ISBN: 978 90 263 35471


Reacties