Honolulu King van Anne-Ginne Goemans gaat over herinneringen. Over hoe ze je leven kleuren, en hoe ze doorsijpelen in het leven van je (kinds-)kinderen. Over hoe je soms verstrikt kunt raken in herinneringen en het niet meer altijd duidelijk is wat nu precies (waargebeurde) herinnering is en wat een achteraf geconstrueerd verhaal. Het is ook een verhaal over vertrouwen, en zoeken naar je eigen identiteit.
Hoofdpersoon
is de tachtigjarige Indische Hardy. Al dertig jaar runt hij een kleine Indische
toko in Haarlem; zijn kleindochter Synne helpt hem daarbij. Met zijn dochter
Aswani heeft hij helaas niet zo’n goed contact; zij heeft altijd afstand
genomen van het ‘indische’. Ook de relatie tussen Aswani en Synne is verstoord.
Hardy is nog steeds verliefd op zijn vrouw Christina, die helaas wegens
vergevorderde dementie niet meer thuis woont. Ontroerend en tragisch zijn zijn
dagelijkse bezoekjes aan haar, in het verzorgingshuis (hij noemt het ‘hotel’) .Hardy
gaat zelfs zover een dure babypop voor haar te laten maken die lijkt op hun
dochter Aswani. Alles in de hoop het contact tussen Christina en hem nog even te
kunnen vasthouden. Helaas verdwijnt Christina steeds meer in haar eigen wereld
en laat Hardy eenzaam achter.
Zo staat
het op de deur van de toko. Hardy neemt namelijk, op cassettebandjes, de vaak
schrijnende verhalen van klanten op, over de Japanse bezettingstijd, het kampleven
en de bersiap. Om zo, samen met zijn vrienden Cok en George, de herinneringen
levend te houden. Vooral Hardy is zijn leven lang een enorme haat jegens de
Jappen blijven koesteren. Niet zo vreemd aangezien zijn moeder, broertjes en zusje
destijds op gruwelijke wijze door hen zijn vermoord. Hardy zelf kwam in een
weeshuis terecht waar hij vreselijk werd gepest. In 1955 komt hij als
twintigjarige in Nederland terecht. Hier wordt hij ongastvrij ontvangen door
een achterneef. Op een avond maakt hij kennis met een buurman die hem betovert
met de Hawaïaanse muziek op zijn steelgitaar; Hardy trekt bij hem in en richt
wat later de band “The Honolulu Kings” op, die een paar jaar redelijk succesvol
is.
Hardy
mist Christina en zoekt een nieuw houvast; hij wordt lid van een
vrijmetselaarsloge. Als op een dag tegenover de toko een japanse sushibar wordt
geopend, slaan bij Hardy de stoppen door. Met allerlei pesterijtjes probeert
hij de (nederlandse) Japanners weg te krijgen. Dan moet hij, om hogerop te
komen in de loge, een ‘bouwstuk’
schrijven, een soort levensverhaal over zichzelf. Het geheim wat hij
daarin onthult, stelt de leden van de loge voor de keus of ze hem aan moeten geven
bij de politie, of dat ze zijn geheim moeten verzwijgen. Ook aan
zijn vrienden, dochter en kleindochter onthult hij het geheim; met name zijn
dochter raakt er vreselijk door van streek. Hardy zelf lijkt door de onthulling
wel sterker geworden:
“(..) nu voelt hij zich goed. Wonderbaarlijk goed. De voordracht van zijn bouwstuk in de loge heeft hem gesterkt. Hardy is niet langer een Indische oude man met een nietszeggend tokootje. Een onbeduidende poephuid die in de schaduw pasteitjes rolt, kip aan spiesjes rijgt en plaatjes draait. (..) Hij is voortaan een man met een verleden. Hardy wordt gezien.”
Ook besluit Hardy dat hij nog één keer zijn “Honolulu Kings” nieuw leven wil inblazen. Hij wil naar een muziekfestival in Hawaii. Cok, George en hij zoeken nieuwe bandleden, gaan repeteren en weer optreden.
Vanwege al de zware en trieste onderwerpen (kampen, dementie, moord) denk je misschien dat het een zwaar boek is. Maar het is integendeel verrassend luchtig geschreven. Met humor ook; vooral de dialogen van de drie oude mannen, zoals ze samen rondscharrelen in de toko, doet je vaak glimlachen. Goemans vertelt vele verhalen in deze roman (die trouwens is gebaseerd op een waargebeurd verhaal) . Als een soort spekkoek bestaat het boek uit allerlei laagjes. Naast het verhaal van Hardy is er dat van kleindochter Synne; zoekend naar zichzelf en naar haar plek in het leven knoopt zij een verhouding aan met een getrouwde man. En het verhaal van Aswani, die zich heeft gedistantieerd van de Indische afkomst van haar vader.
Ook
van de opgenomen verhalen op de cassettebandjes krijg je stukjes te 'horen' die
zo een goed beeld geven van die tijd in Indonesië. Aan het eind van de roman
wordt Hardy geconfronteerd met de herinneringen van een ander: namelijk die van
de Japanse grootmoeder van de sushi-bar eigenaars. Het doet hem inzien dat je
niet alles zwart-wit kunt zien, dat anderen ook hun leed meetorsen. Wat zijn
eigen herinneringen betreft : hier komt de schrijfster met een verrassende
twist aan het eind. Of je je hier nu in kunt vinden of niet, het laat in ieder
geval duidelijk zien dat herinneringen ‘vervormbaar’ zijn, dat je soms je eigen
verhaal ‘maakt’, in de overtuiging dat het allemaal echt gebeurd is. Wat is dan
waarheid?
Hoop
dat ik je een goede indruk heb gegeven van dit boek; ik heb ervan genoten.
Reacties
Een reactie posten