Duizend-en-een-nacht
Dit prachtige boek begint met een schitterend diner, in het huis van de koopman Hüsnü Bei, waarmee je gelijk in een duizend-en-een-nacht sfeer terecht komt:
“Vier enorme dienbladen stonden zorgvuldig gerangschikt
op een lange, lage tafel, bedekt met een met zilverdraad doorstikt
mosterdkleurig kleed. De zitkussens die rond de tafel op de grond lagen, waren,
evenals de sofa’s die langs de drie muren van het vertrek stonden opgesteld,
van blauw fluweel (..). Het goudborduursel van de gewaden van de gasten glansde
in het schijnsel van eenentwintig zilveren kandelaars.”
Topkapi paleis
De Pasha van de Keuken speelt in het Ottomaanse Rijk,
tijdens de 17e eeuw. Het is het verhaal van ‘de kok’, een jonge
prins, wiens naam we pas op de laatste bladzijde leren kennen. De jonge prins
is als kleine jongen ontkomen aan een bloedige slachtpartij; het was immers in
die tijd traditie dat Ottomaanse sultans bij het bestijgen van de troon al hun
broers en hun zonen lieten ombrengen (om concurrentie te voorkomen). Hoe hij
ontsnapt, en wie hij is, komen we door
het verhaal heen te weten via flashbacks.
Het verhaal begint dus veel later, als de jonge prins al werkt als kok bij koopman Hüsnü Bei. Tijdens bovengenoemd diner valt zijn kookkunst zo in de smaak bij één van de gasten, de wapenmeester Siyavus Aga, dat deze ervoor zorgt dat hij als kok komt te werken in het paleis van de sultan. (wij waren twee jaar geleden in Istanbul en bezochten daar uiteraard het Topkapi paleis en de harem, waar zich dus een groot deel van dit verhaal afspeelt. Dat maakte dit verhaal voor mij extra mooi). En dan ontrolt zich het plan van de kok: hij zet namelijk alles op alles om zijn geliefde, de slavin Kamer, uit de harem van de sultan te bevrijden.
Als de jonge prins nog klein is neemt de paleiskok hem onder zijn hoede; hij vermoedt dat de jongen een ‘pasha van de keuken is’. Volgens de legende wordt er maar af en toe één geboren; het is iemand die alle smaken en aroma’s kent, volstrekte macht heeft over de kookkunst en die controle kan uitoefenen over de gedachten en gevoelens van iedereen die van zijn gerechten eet. De paleiskok zendt de jongen voor zijn verdere opleiding naar keukenmeester Meester Adem. Meester Adem werkt voor de keuken van Het Huis van Genot, een luxe bordeel. De dan 11-jarige prins valt als een blok voor zijn leeftijdgenote Kamer. Helaas is Kamer een slavin; ze wordt verkocht aan een rijke man. Vanaf dat moment zet de prins zijn opleiding en zijn werk nog maar in voor éen doel: Kamer terugvinden en haar bevrijden.
Saygin Ersin heeft de Ottomaanse wereld van die tijd prachtig beschreven. Sultans, aga’s, pasja’s en mysterieuze harems, het gevaarlijke leven in het paleis, je wordt er helemaal in meegezogen. Het meest fascinerend zijn wel de beschrijvingen van de immense paleiskeukens, waar honderden koks en hulpjes druk doende zijn dagelijks honderden exquise maaltijden te bereiden voor de sultan, zijn familie, de haremdames en al het paleispersoneel. De vele gerechten worden tongstrelend beschreven en bevatten vaak een vleugje magie:
“De meester stak twee vingers in de pan en proefde de
soep. Hij kon daarna niet meer ophouden zijn vingers af te likken en had het
gevoel dat hij elk moment flauw kon vallen van vreugde. (..) Dit recept was hem
nog nooit ter ore gekomen en evenmin kon hij zich herinneren ooit zoiets
geproefd te hebben. De soep had een zweem kruidnagel die zich vermengd had met
een perfecte combinatie van komijn en peper. (..) De meester besefte dat de
soepgeur niet alleen hem, maar ook de paleiswachten had betoverd.”
Madeleine
De Pasja van de Keuken – Saygin Eersin ISBN 978 9492 086 97 6
Reacties
Een reactie posten