“Je naam kon je Joodse komaf onthullen. Check.”

 “ Ik repeteerde wat ik wist. Je naam kon je Joodse komaf onthullen. Check.

Een Joodse afkomst was niet iets waarop je je kon laten voorstaan. Check.

Maar dan: Joden moesten beter weten. Wat moesten ze beter weten? En waarom? “


Met deze en nog veel meer vragen over haar Joodse afkomst worstelt de dan nog jonge Geertje. Geertje is het alter ego van de schrijfster van deze roman, Judith Fanto. In het boek lopen twee verhalen naast elkaar: het verhaal van de zoektocht van Geertje naar de achtergrond van haar familie (en een zoektocht naar haar eigen identiteit) en het verhaal van haar oudoom Viktor Rosenbaum. Geertjes’ verhaal speelt zich af in Nijmegen, in 1994; dat van Viktor speelt in Wenen, in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. De schrijfster baseerde haar roman op de familiegeschiedenis van haar eigen Weens-Joodse familie.

Geertjes verhaal

Geertje’s familie heeft altijd geheimzinnig gedaan over hun Joodse identiteit, veel zaken waren onbespreekbaar of werden slechts in bedekte termen genoemd:  “Otto? Die leeft niet meer.”   Haar ouders en grootouders doen alle moeite om maar niet ‘joods’ over te komen. Tegelijkertijd staan de kaarsen op vrijdagavond op tafel, en eten ze dingen als gefillte fisch, of soep met matseballen. Geertje raakt er danig van in de war en juist daarom besluit ze op een dag echt “Joods” te worden. “Ik moet bewijzen dat ik Joods ben”. Ze duikt (stiekem) in het familiearchief op zolder, wordt lid van de Joodse gemeente in Nijmegen en besluit zelfs haar voornaam te veranderen in ‘Judith’ (wat ‘joodse vrouw’ betekent). Langzaamaan komt ze steeds meer te weten over de familiegeschiedenis, wat er voor de oorlog in Wenen is gebeurd en met name, welke rol de beruchte Viktor daarbij heeft gespeeld.

Viktor

Viktor is het zwarte schaap in een gegoede joodse Weense familie. Een flamboyante rokkenjager, die maar niet wil ‘deugen’. Maar wel eentje met het hart op de juiste plek. Als kleine jongen redt hij weeskind Bubi uit een vijver. Bubi wordt lid van de familie en grote vriend van Viktor. Tijdens de Anschluss is Viktor de enige van de familie die inziet hoezeer alles fout zal lopen; met enorme vastberadenheid en vindingrijkheid redt hij meerdere malen zijn familieleden. Hij zorgt er ook voor dat Geertjes’ grootouders kunnen vluchten naar het buitenland.

Verhaallijnen

Het boek speelt afwisselend in het verleden en in het heden; korte hoofdstukken worden afgewisseld in ABAB-stijl en zijn op een mooie manier met elkaar vervlochten. Dat wat gebeurt in  de verhaallijn van Viktor weerspiegelt zich als het ware in die van Judith/ Geertje. Geertje lijkt trouwens ook op Viktor, zowel qua uiterlijk (blond haar, groene ogen, niet ‘Joods’ dus) als qua karakter.(onconventioneel en afwijkend van de rest van de familie)   In beide verhalen spelen thema’s als familie, identiteit en vriendschap een rol. Vooral Judith is naarstig op zoek naar haar eigen identititeit; ze heeft zich nooit een ‘Geertje’ gevoeld. Juist het feit dat haar familieleden zo hun joodse wortels verzwijgen, duwt haar meer en meer richting ‘Joods-zijn’. Fanto laat duidelijk zien hoe onderhuidse (oorlogs-)trauma’s bij een tweede en derde generatie doorwerken.

Vlotte stijl, veel humor

Ondanks het zware onderwerp is het boek geschreven in een vlotte, redelijk lichte stijl, met heel veel humor. Ik kan me niet herinneren dat ik bij het lezen van een boek over de Tweede Wereldoorlog zo vaak moest grinniken. Vooral Geertje kan lekker droog uit de hoek komen:

“ ‘Voor mijn familie is de oorlog nooit echt geëindigd. En daarom zijn ze blijven hangen in de onderduik.’ ‘En jij’, vroeg hij. ‘Ben jij wel uit de kast?’ ‘Nog niet. Maar ze houden bij ons thuis hun hart vast.’ “    

En: 

" 'Bent u Joods?' 'Nou Joods, Joods...Volgens mijn grootouders helemaal niet en volgens mijn ouders niet helemaal. Maar zelf ben ik bang van wel. Ik bedoel, ik denk van wel.' 'Mevrouw, denken dat u Joods bent is helaas niet voldoende. U kunt alleen lid worden van de NIG als u kunt bewíjzen dat u Joods bent.' Ik schoot in de lach. 'Bewijzen?' 'Ja'. 'Bedoelt u nou dat er mensen zijn die niet Joods zijn en toch lid willen worden van uw...eh..dinges?' 'U hebt geen idee. Elke week minstens drie.' "

Toch zijn er, natuurlijk, ook veel stukken die je tijdens het lezen opeens een brok in je keel bezorgen. Bijvoorbeeld als Judith het verslag vindt van Viktor’s vader Anton, over hoe hij is weggevoerd naar Dachau.

 Plot

Van het begin af aan is wel duidelijk dat de meeste familieleden de oorlog niet zullen overleven. Aan het eind van het verhaal komt de schrijster wel met een verrassende plot, een dubbele twist zelfs. Dan komt Judith aan het eind te weten wie ze echt is en lezen we in een prachtige epiloog over het einde van Viktor. 

"Hierna vervielen we weer in ons zwijgende driehoeksoverleg, tot ik de stilte verbrak. ‘Ben ik dus een Judith, of toch een Geertje?’ ‘Ik vrees dat je een Judith bent’, zei mijn moeder, ‘als je dat echt wilt, tenminste.’ ‘Ja, dat wil ik.’ ‘Ach kind, als je maar niet te Joods gaat doen,’ zuchtte mijn grootmoeder."


Titel : Viktor

Auteur : Judith Fanto 

ISBN : 978 90 263 5076 4

Reacties